woensdag 12 september 2007

Samenvatting Hoofdstuk 9 Pop-Up Frederik

Samenvatting
Jan Haeryck was ongeveer 10 á 15 jaar geleden journalist bij verschillende kranten. Het meest opmerkelijke aan deze man is dat hij de grootste fantast was die de Nederlandse journalistiek heeft voortgebracht. Het bekendste verhaal is dat van de 10-jarige Nadja Wepper uit het Duitse plaatsje Düren. Het verhaal was, dat Nadja ontvoerd zou zijn in Eurodisney Parijs. Uiteindelijk kwam het uit dat de persoon Nadja Wepper geeneens bestond.

Journalisten vervormen de waarheid zolang ze al bestaan.
Zo wordt de werkelijkheid vervormd en anders beschreven dan het werkelijk is. Sommige journalisten schrijven stukken die totaal uit de duim gezogen zijn. In het boek wordt het voorbeeld gegeven van het artikel "Jimmy's World" geschreven door de Amerikaanse Janet Cooke. Het verhaal zou zijn dat een achtjarige jongen verslaafd zou zijn aan de heroïne, dit bleek onwaar te zijn. In totaal zouden hierna nog 41 andere journalistieke schandalen komen.

In de journalistiek heb je allerlei soorten fraudeurs, de meest gebruikte mediafraude is de hoax, ook wel bekend als oplichting, truc etc. Het dagboek van Adolf Hitler is voor mij toch wel de meest bekende hoax. Een Duitser had het dagboek voor miljoenen verkocht aan een Duitse krant, later kwam het uit dat het een vervalsing was. Zo zijn er nog meer voorbeelden die in het boek staan. Het meest opmerkelijke vind ik het beleid bij de New York Times, ze hebben het imago van "Krant die altijd de waarheid verkondigd". Toch is de New York Times betrapt op toe-touching, dit is als er iets bijvoorbeeld plaatsvind in Washington, de journalist schrijft een stuk erover in zijn kantoor in New York, nadat het artikel klaar is neemt hij de trein naar Washington en neemt de eerste weer terug. De journalist moet dus het stuk geschreven hebben op de plaats waar het artikel over gaat.


Het hoofdstuk in 1 zin samengevat
Fraude en onwaarheden in de media zijn er altijd en overal geweest.


Citaat
,,Het is van alle tijden. Al zolang ze bestaan, zetten journalisten de waarheid naar hun hand."
Pagina 192, onder het kopje -2-

Nadat ik dit hoofdstuk gelezen heb, ben ik toch wel "geschrokken". Ik heb het nieuws dat ik altijd las klakkeloos overgenomen en ook geloofd. Nu schijnt het dus te zijn dat dit niet altijd het geval is en dat er ook onzin wordt verspreid.

Ik ben het hier dus mee eens, als ik ervan uit ga dat in dit boek ook alleen puur waarheden in staan. Dat is dus nog te betwijfelen, maar desondanks heb ik wel een gevoel van oplichting over me heen, ik voel me eigenlijk genaaid door de media. Ik heb geen concrete voorbeelden, maar als ik het zo lees komt dit dus vaak voor.

Ik vind dit een erg interessant citaat, omdat je er discussies over kunt voeren en er wel of niet mee eens kunt zijn, dat was voor mij eigenlijk de hoofdrede voor dit citaat.

Geen opmerkingen: